Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen

Onderzoek: werking van neusspreiders

Onderzoek naar de werking van neusspreiders

voor mensen met een vernauwde neusholte, aan de hand van objectieve en subjectieve parameters.

In 2016 onderzochten Lekakis, Dekimpe, Steelant, en Hellings de invloed van neusspreiders voor mensen met een vernauwde neusholte. Een vernauwde neusholte is namelijk een van de belangrijkste aanleidingen voor een obstructie van de neusademhaling, waardoor onder andere snurken kan ontstaan.

Hoe werkt een neusspreider

Een vernauwde neusholte, in het Engels NVC (Nasal Valve Compromise) genoemd, kan op verschillende manieren ontstaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een aangeboren afwijking, een trauma, een eerdere operatie of leeftijdstoename. De neusholte is de belangrijkste regelaar van neusademhaling en zorgt ervoor dat de ingeademde lucht voldoende verwarmt en vochtig is. Omdat de neusholte het smalste gedeelte in de neus is, ontstaat in dit deel ook de meeste weerstand van lucht. Door de vernauwing ontstaat een toename van de snelheid waarmee de lucht wordt geïnhaleerd, waardoor druk ontstaat die weer kan leiden tot ineenzakken van dit deel bij het inademen.
 

Doel van het onderzoek


In het geval van een vernauwde neusholte wordt vaak overgegaan tot een operatieve behandeling om de neusholte te verwijden. Dit terwijl een operatie voor veel patiënten niet wenselijk of nodig is en een neusspreider uitkomst zou kunnen bieden. Dit is dan ook de drijfveer geweest van het onderzoeksteam om de werking van een neusspreider verder te onderzoeken.
 

Onderzoekspopulatie


In de periode september 2014 tot en met december 2015 is onder 100 patiënten met een vernauwde neusholte, onderzoek gedaan in het Universitair Ziekenhuis in Leuven, België. De onderzoekspopulatie zag er als volgt uit:
 

Opzet van het onderzoek































Het onderzoek is dus uitgevoerd onder een zeer diverse groep met uiteenlopende kenmerken. In dit onderzoek zijn in totaal drie neusspreiders en een neuspleister vergeleken: Airmax, Nozovent, Nasanita neusspreiders en Breathe Right neuspleisters. Bij iedere deelnemer werd vooraf een meting gedaan met ieder middel. Vervolgens koos iedere deelnemers twee middelen uit om gedurende vier weken persoonlijk te testen. Na deze testperiode is geïnventariseerd hoe de middelen zijn bevallen en of ze een verbetering teweegbrachten.
 
 
Resultaten van het onderzoek

Iedere deelnemer kreeg vooraf alle vier de middelen apart in de neus, waarna een PNIF-meting in de kliniek werd gedaan. PNIF staat voor Peak Nasal Inspiratory Flow. Hierbij wordt de luchtdoorstroming van de neus gemeten in Liters per minuut. Onderstaand de resultaten van deze PNIF-meting, die vooraf werd gedaan:


Na deze metingen werden de deelnemers gevraagd om twee middelen uit te kiezen die ze vervolgens dagelijks, gedurende vier weken, persoonlijk moesten gebruiken. Het eerste middel moest de eerste week gebruikt worden, het tweede middel de tweede week. Vervolgens moest iedere deelnemers één middel uitkiezen en die de overige weken gebruiken. De verdeling van de keuzes zag er als volgt uit:


Iedere deelnemer moest een dagboek bijhouden waarin alles genoteerd moest worden. De middelen mochten zowel overdag als ’s nachts en tijdens fysieke inspanningen gebruikt worden. Vervolgens moesten de deelnemers de middelen een VAS-score geven. VAS betekent Visual Analogue Score, wat de gemiddelde mate van de nasale obstructie in centimeters inhoudt met of zonder neusspreider / neuspleister. Tussen haakjes staat weergegeven wat de laagste en hoogste waarden waren voor het specifieke middel.
 

Na de proefperiode van vier weken was 67% van de deelnemers tevreden over het effect van de neusspreider / neuspleister en gaven zij aan het middel vaker te willen gebruiken. De overige 33% van de deelnemers gaf aan dit niet te willen. De belangrijkste redenen om niet door te gaan met het middel waren irritatie, slechte pasvorm, geen vermindering van de symptomen of de voorkeur voor een permanente oplossing d.m.v. een operatie.


Zoals in bovenstaande grafiek wordt weergegeven, waren in verhouding de meest tevreden deelnemers de gebruikers van Breathe Right. Bij Airmax was iets meer dan de helft tevreden over de resultaten. Nasanita en Nozovent scoorden beide een stuk slechter op dit gebied. De belangrijkste redenen voor ontevredenheid bij Nasanita waren irritatie in de neus en een slechte pasvorm. Bij Nozovent was de slechte pasvorm verreweg de belangrijkste reden, gevolgd door irritatie in de neus. Wat opvallend is, is dat bij Breathe Right de grootste groep ontevreden mensen zat met als reden dat het middel niet de gewenste uitwerking had.

Conclusie

In deze studie zijn onder 100 deelnemers met een vernauwing van de neusholte, vier verschillende middelen getest die de neus verwijden: Airmax, Nozovent, Nasanita en Breathe Right. Van de drie neusspreiders kan gezegd worden dat ze een positieve invloed hebben gehad op het verbeteren van de luchtdoorstroming door de neus. Dit kan aan de hand van dit rapport niet gezegd worden van de neuspleister. Desalniettemin brachten alle vier de middelen een positieve verbetering op de VAS (de mate van nasale obstructie).

De onderzoekers benadrukken dat de anatomie van de neus en de fysieke gesteldheid per mens verschillend is en dat er nooit één advies kan worden gegeven dat voor ieder individu even goed werkt. Wel begrijpt de medische wereld steeds meer van het nasale gebied, waardoor artsen altijd in hun achterhoofd moeten houden dat er ook non-operatieve oplossingen beschikbaar zijn.

Dit academische onderzoek is uitgevoerd zonder financiële steun van één van de eerdergenoemde merken / producenten.

Onderzoekers

Garyfalia Lekakis - Universitair Ziekenhuis Leuven
Emily Dekimpe - Universitair Ziekenhuis Leuven
Brecht Steelant - Katholieke Universiteit Leuven
Peter W. Hellings - Universitair Ziekenhuis Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit van Gent, Academisch Medisch Centrum Amsterdam
 
Bron

Lekakis, G., Dekimpe, E., Steelant, B., & Hellings, P. W. (2016). Managing nasal valve compromise patients with Nasal dilators: objective vs. subjective parameters.